Nieuwsoverzicht
Verhaal
In Ethiopië geen Wybertjes om de keel te smeren

In Ethiopië geen Wybertjes om de keel te smeren

Bram Donkers (76) begon zijn carrière als leraar, werd directeur op verschillende scholen en coachte daarna jarenlang directeuren en besturen van Nederlandse scholen. Voor Edukans reisde hij met 2 collega’s naar Ethiopië om onderzoek te doen naar de effectiviteit van onze lerarentrainingen. “Mijn mond viel open toen ik zag hoe goed de leraren, die getraind zijn door Edukans, les geven.”

Waarom dit onderzoek?

Donkers: Het is eigenlijk heel eenvoudig. De grote vraag bij alles wat je doet, is: helpt het? Edukans traint – in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam – leraren in Ethiopië om beter les te geven. Geen lessen meer waar de leraar 45 minuten staat te roepen voor de klas en de kinderen terug schreeuwen. Een zwakke school – of dat nou in Ethiopië of Nederland is – herken je meteen. Daar ontbreekt de techniek, maar ook het hart om kinderen echt iets te leren. Je kunt aan de ogen van de kinderen gelijk zien of ze een spelletje spelen en alleen maar doen alsof ze iets snappen, omdat er bezoek is.

Hoe staat het ervoor met het onderwijs in Ethiopië?

Het onderwijs in Ethiopië is moeilijker dan in sommige andere Afrikaanse landen. Ethiopië is nooit een kolonie geweest. Engels of Frans, zoals in andere landen, wordt er bijna niet gesproken. De officiële taal is het Amhaars, maar daarnaast bestaan er 80 verschillende dialecten. Dat maakt het lesgeven niet eenvoudig. Daarnaast zijn er weinig materialen voorhanden en moeten leraren heel creatief omgaan met hun middelen.

“Korter praten tijdens de les is belangrijk”

Wordt goed lesgeven dan niet bijna onmogelijk?

Ik ben op scholen op afgelegen plekken geweest waar de splinters uit de schoolbanken steken. Waar de schoolborden zo slecht worden onderhouden dat het piept en krast iedere keer als erop geschreven wordt. Maar dan staat daar een leraar voor de klas die lesgeeft op een manier waar sommige Nederlandse leraren nog wat van kunnen leren. Een leraar die een instructietafel heeft gecreëerd om kinderen die het minder goed snappen apart uitleg te geven als de andere kinderen aan het werk zijn. Die de pientere kinderen eruit pikt en ze aan diezelfde instructietafel extra opdrachten meegeeft, zodat ze zich niet vervelen. Of leraren die met de meeste simpele materialen hun lessen leuker en begrijpelijker maken. Ik zag bijvoorbeeld een leraar die door een vrucht te verdelen in de klas breuken uitlegde. Dan zie je dat de trainingen over actief leerlingen betrekken bij de stof echt effect hebben! Het hart en enthousiasme van een leraar maakt alle verschil. En weten hoe je je lessen organiseert natuurlijk. En dat leren ze dankzij Edukans.

Wat leren ze dan bijvoorbeeld tijdens de trainingen van Edukans?

Korter praten tijdens de les is een belangrijk onderdeel. Ons vermogen om ons te concentreren op bijvoorbeeld een uitleg is hooguit 8 minuten. Dat betekent dus dat je niet een kwartier moet gaan staan praten. Die omslag is een proces. Zo was het onderwijssysteem vroeger in Nederland ook. Ik weet nog dat mijn leraar vroeger aldoor Wybertjes nodig had door dat geleuter de hele dag.

“Het gedrag van de Nederlandse kinderen deed stof opwaaien”

Het is nogal een omslag. Hoe wordt er op die nieuwe manier van lesgeven gereageerd?

Dat gaat niet zonder slag of stoot en gaat soms ook gepaard met klachten van ouders. Ouders zeggen: mijn kinderen zingen de hele dag liedjes op school of zijn in de klas met vruchten aan het spelen, wat leren ze daar nou van? Maar er is zoveel onderzoek dat aantoont dat deze manier van lesgeven betere resultaten oplevert. Het is aan de schooldirecteur om dat te laten zien en de ouders te overtuigen.

De pabo-directeuren uit Ethiopië bezochten ook Nederland. Hoe was dat voor ze?

Gelukkig viel de cultuurshock mee, want 2 van hen hebben gestudeerd in Engeland. De derde kwam uit de regio Afar (red. een erg arme regio in Ethiopië, waar vooral nomaden wonen) en moest wel wennen. We vroegen ze door de welvaart heen te kijken en ons te vertellen wat ze opviel. Daar kwamen hele interessante dingen uit.

Zoals wat?

De betrokkenheid van de Nederlandse leraren vonden ze soms geweldig, maar soms ook niet. Eigenlijk precies hetzelfde als in Ethiopië. Het gedrag van de Nederlandse kinderen deed ook stof opwaaien. De openheid van Nederlandse jongens en meisjes vonden ze heel mooi, maar ze stelden ook de vraag: tot hoever mogen ze gaan? Mogen ze constant door de les heen praten bijvoorbeeld? Dat leverde hele interessante gesprekken op over hoe actief lesgeven de kinderen soms ook hyper kan maken en hoe je dan de balans houdt tussen stimulerende lessen en orde in de klas. Voor alle betrokkenen een ontzettend leerzame ervaring!

Bram Donkers